Nederlands Architectuurinstituut NAi (1993 - 2013)

(Gepubliceerd op nai.nl 12 augustus 2009)

Het archief Duintjer bestaat eigenlijk uit twee schenkingen. Een is afkomstig van bureau De Jong Gortemaker Algra, de rechtsopvolger van Bureau Duintjer Istha Cramer en Willigen. Het bevat vooral foto’s, documentatie en een beperkt aantal tekeningen. Het andere deel is afkomstig van de zoon van Duintjer en bevat het deel van zijn werk dat hij in privébezit hield, zoals reisschetsen, kaarten en ontwerptekeningen, onder andere van de kerken uit zijn oeuvre.

Kathedralen en bungalows

Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een grote behoefte aan nieuwe kerken: veel waren vernietigd, maar er was ook vraag naar kerken in nieuwe uitbreidingsgebieden en in de polders. Er was een levendige discussie ontstaan over de vraag hoe die nieuwe bouwopgave ingevuld moest worden. Voorstanders van monumentaliteit en traditie als wezenlijke kenmerken van kerkelijke architectuur vonden dat kerken kathedralen moesten zijn, en geen veredelde gemeenschapshuizen. De tegenstelling tussen de zogenaamde ‘kathedraalkerken’ en de ‘bungalowkerken’, vormde de context waarin Duintjer werkte.

Japanse huizen

Tussen 1951 en 1964 bouwde Duintjer zes kerken in nieuwe uitbreidingsgebieden in het kader van de Wederopbouw. De Kruiskerk in Amstelveen en de Opstandingskerk in Amsterdam West worden gerekend tot de kathedraalkerken, terwijl de andere vier als bungalowkerken te boek staan: eenvoudiger kerken met een rechthoekige plattegrond en overstekende, platte daken. Gesloten wanden worden afgewisseld met glazen puien met vierkante ruiten die doen denken aan de afscheidingswanden in traditionale Japanse huizen. Zonder pontificale entrees en monumentale interieurs zijn deze kerken open, intiem en laagdrempelig.

Geperforeerd

Het bijzondere aan de Kruiskerk is de wand die als een harmonica-achtig kamerscherm rond het liturgisch gedeelte is gevouwen. De wand is geperforeerd door een groot aantal kleine vierkante raampjes, wat zowel binnen als buiten een mystiek effect heeft en het religieuze karakter van het gebouw versterkt. De muur van de Opstandingskerk is opgebouwd uit coulissen, waartussen van vloer tot plafond via verticale stroken daglicht naar binnenkomt, wat het gebouw een bijna gotisch karakter geeft. Het is de bijzondere monumentaliteit van deze kerken die ze een kathedraalachtige allure geeft.

Voor dit artikel is gebruik gemaakt van: M.F. Duintjer, strak, helder, open - architectuur als drager van een nieuwe samenleving : 1908-1983 / Marylse van Bijleveld, Tonny Claassen. – Rotterdam: Stichting Bonas, 2007.